Edamse Tijd (1910-1920)
Nieuwenkamp start in 1900 met de bouw van zijn woonboot De Zwerver, zijn Huis op het water. Gedurende 10 jaar is de boot zijn woning en werkplek; vanaf 1905 heeft De Zwerver een thuisbasis en vaste ligplaats in Edam. Tussen 1907 en 1910 bouwt Nieuwenkamp aan de Nieuwe Haven in Edam zijn Huis op het land en in 1913 zijn atelier. Hij blijft tot 1920 in Edam. Later, in 1949, wordt Nieuwenkamp benoemd tot ereburger van Edam.
Vestiging in Edam
Nieuwenkamp kocht een groot stuk grond in Edam en liet daarop een zelf ontworpen woning bouwen. Omdat de zaken goed bleven gaan, kon hij zijn Edamse Huis op het Land steeds verder verfraaien en uitbreiden. Er kwam een groot atelier bij, een botenhuis, een tuinmanswoning en een grote glazen kas. Ook andere kleine huisjes en een grachtenpand werden aangekocht. Een deel daarvan lag aan de overkant van zijn eigen huis; volgens de overlevering diende de aankoop hiervan vooral om te borgen, dat zijn vrije en fraaie uitzicht ongeschonden zou blijven…
Diverse reizen
Ook in de Edamse periode maakte Nieuwenkamp verre reizen. Maar toen in 1914 in Europa de Eerste Wereldoorlog uitbrak, bleef hij tot 1917 in Nederland. Begin september 1917 reisde Nieuwenkamp opnieuw naar Nederlands India. Onderweg werd hij ernstig ziek en leed aan malaria, infecties en Spaanse griep. Begin 1919 was hij weer thuis, vermagerd en verzwakt.
Vertrek uit Edam
De kou en nattigheid van Holland vielen Nieuwenkamp steeds zwaarder en deden zijn gezondheid geen goed. Regelmatig was hij ziek: griep, verkoudheden en reumatiek. Daar kwam bij, dat de bureaucratie van het stadsbestuur en de Nederlandse belastingen zijn wrevel wekten. En toen ook nog de arbeiders van zijn restauratieprojecten in Edam gingen staken voor hoger loon, hield Nieuwenkamp Nederland voor gezien: op 20 december 1920 vertrok hij met zijn vrouw en zijn twee jongste dochters naar Italië, dat met haar zonnige klimaat lonkte. Zijn zoon en oudste dochter bleven in Nederland.